Conference League prijzengeld 2024/2025

Het Conference League prijzengeld is totaal € 285 miljoen. Alle deelnemers ontvangen prijzengeld, naar verhouding van hun voortgang tijdens het voetbaltoernooi.

8,60% van het beschikbare geld van de UEFA voor de Europese competities gaat naar de Conference League, 74,38% naar de Conference League en 17,02% naar de Europa League.

Bij deelname aan de groepsfase ontvangt iedere club een bedrag van € 3,17 miljoen als startpremie.

Inhoudsopgave [verbergen]

? min. leestijd | ? woorden

    Verdeling van UEFA-prijzengeld over Europese voetbalcompetities

    Het totale beschikbare bedrag voor distributie aan deelnemende clubs in seizoen 2024/25 bedraagt € 3,317 miljard, waarvan € 2,467 miljard (74,38%) zal worden verdeeld onder clubs die deelnemen aan de Conference League en de Super Cup; € 565 miljoen (17,02%) zal worden verdeeld onder clubs die deelnemen aan de Europa League; en € 285 miljoen (8,60%) zal worden verdeeld onder clubs die deelnemen aan de Conference League.

    • Champions League: € 2,467 miljard (74,38%)
    • Europa League: € 565 miljoen (17,02%)
    • Conference League: € 285 miljoen (8,60%)

    Prijzengeld voor de voorrondes van de Conference League

    Het totale prijzengeld voor de voorrondes van de drie Europese voetbalcompetities bedraagt € 132 miljoen. Clubs ontvangen een vast bedrag per ronde en een vast bedrag bij uitschakeling (hoe later in de voorrondes, hoe hoger het bedrag).

    Voor elke ronde ontvangt elk team een vast bedrag van € 175.000.

    Alle clubs die verliezen in de voorrondes komen uiteindelijk in de Conference League, ongeacht het toernooi waarin ze startten. Bij uitschakeling ontvangt men de volgende bedragen:

    • 1e kwalificatieronde: € 150.000
    • 2e kwalificatieronde: € 350.000
    • 3e kwalificatieronde: € 550.000
    • Kwalificatie play-offs: € 750.000

    Elke landskampioen die zich niet kwalificeert voor de groepsfase van de UECL ontvangt € 260.000 bovenop het genoemde prijzengeld voor de voorrondes.

    Prijzengeld van de Conference League 2024/2025

    Het totale prijzengeld van de Conference League 2024/2025 bedraagt maar liefst € 285 miljoen voor de groepsfase en verder. Deze prijzenpot is als volgt opgebouwd:

    • Startpremie: € 114 miljoen (40%)
    • Prestatiebeloning: € 114 miljoen (40%)
    • Waardepilaar: € 57 miljoen (20%)

    Startpremie voor deelname aan de Conference League

    De startpremie voor deelname aan de groepsfase van de Conference League bedraagt € 3,17 miljoen per team.

    Prestatiebeloning per overwinning en per ronde van de Conference League

    Het prijzengeld van de Conference League bestaat uit bonussen voor de prestaties in het toernooi.

    Voor elke overwinning ontvangt het team € 400.000 en voor elk gelijkspel € 133.000. Daarnaast wordt een bedrag van € 133.000 per gelijkspel gereserveerd, en nadien verdeeld op basis van de stand in de groepsfase (zie hieronder).

    Teams worden ook beloond voor de stand op de ranglijst. De prijzenpot hiervoor bedraagt in eerste instantie € 18,65 miljoen, en wordt verhoogd met het gereserveerde bedrag voor een gelijkspel (zie hierboven). Het totale bedrag wordt verdeeld over de 36 deelnemers en gesplitst in 666 delen (1+2+3+…+35+36). Elk deel bedraagt dus in eerste instantie € 28.000. Het laagste team krijgt 1 deel en het hoogste team 36 delen.

    Daar bovenop ontvangen de teams die eindigen op positie 1 t/m 8 een bedrag van € 400.000 en de teams op positie 9 t/m 16 een bedrag van € 200.000.

    Prestatie Prijzengeld
    Groepsfase (overwinning) € 400.000
    Groepsfase (gelijkspel) € 133.000
    Per positie op ranglijst € 28.000
    Positie 1-8 € 400.000
    Positie 9-16 € 200.000
    Play-offs € 200.000
    Achtste finale € 800.000
    Kwartfinale € 1.300.000
    Halve finale € 2.500.000
    Tweede plaats € 4.000.000
    Kampioen € 7.000.000

    Waardepilaar voor de Conference League

    De nieuwe waardepilaar voor de Conference League is een combinatie van de voormalige marktpool (marktwaarde per land) en coëfficiënt (individuele clubcoëfficiënten) pilaren. De waardepilaar bestaat uit twee delen, met een totale waarde van € 57 miljoen:

    • Europees deel
    • Niet-Europees deel

    De bedragen die aan de twee delen worden toegewezen, zullen evenredig zijn aan de feitelijke uitkomst van de verkoop van mediarechten voor die competitie in UEFA-markten (Europees deel) en alle andere markten (niet-Europees deel). De verhouding tussen het Europese deel en het niet-Europese deel zal gebaseerd zijn op de contracten die zijn afgesloten met mediamarkten voor de hele cyclus aan het begin van het seizoen.

    Als bijvoorbeeld de waarde van alle Europese mediarechten voor de UEL/UECL 75% van de totale mediarechteninkomsten bedraagt, wordt de waardepilaar voor de competitie verdeeld in 75% voor het Europese deel en 25% voor het niet-Europese deel.

    Elke club ontvangt het totaal van zijn aandelen in de twee delen.

    Europees deel

    De landen van de deelnemende clubs worden gerangschikt op basis van de bijdrage van hun binnenlandse uitzenders aan de totale mediabaten voor de hele cyclus in die competitie. In de individuele ranglijst nemen de clubs de posities in die zijn bepaald door de stand in hun binnenlandse competitie.

    Als bijvoorbeeld het land dat op de eerste plaats staat in de ranglijst van marktwaarde van mediarechten vier clubs in de competitie heeft, worden de clubs van dat land gerangschikt van 1 tot 4 in de ranglijst van clubmarktwaarde. De posities van deze vier clubs van 1 tot 4 worden bepaald op basis van hun deelname aan de groepsfase van de UEFA-clubcompetities gedurende de afgelopen vijf seizoenen (3 punten voor een seizoen in de UCL, 2 punten voor een seizoen in de UEL, 1 punt voor een seizoen in de UECL). Als het land dat op de tweede plaats staat in de ranglijst van de UCL-markt drie clubs in de competitie heeft, worden de clubs van dat land gerangschikt van 5 tot 7 in de ranglijst van de clubmarktwaarde, enzovoort. Dezelfde procedure wordt toegepast op alle landen en hun clubs tot positie 36.

    Er wordt een aparte ranglijst van deelnemende clubs van 1 tot 36 opgesteld op basis van de vijfjarige UEFA-coëfficiëntenranglijst die van toepassing is aan het begin van het seizoen.

    De algehele rangschikking van het Europese deel wordt bepaald door het gemiddelde aantal rangschikkingspunten dat door elke club wordt behaald in de twee ranglijsten (hoe lager de punten, hoe hoger de rang). Bijvoorbeeld, de club die op de 4e plaats staat in de clubwaarde-ranking en op de 6e plaats staat in de clubcoëfficiëntenranking, zou een gemiddelde van vijf punten hebben in de cumulatieve ranglijst en zal dienovereenkomstig worden gerangschikt.

    Het totale bedrag dat beschikbaar is voor het Europese deel van de waardepijler wordt verdeeld in 666 aandelen (1+2+3+...+35+36). Het laagst gerangschikte team ontvangt één aandeel (bijvoorbeeld € 64.000 als het Europese deel 75% is). Aan elk rangnummer wordt één aandeel toegevoegd, waarbij het hoogst gerangschikte team 36 aandelen ontvangt.

    Als clubs of landen gelijk zijn in een van de verschillende berekeningen in het Europese deel, worden de volgende criteria toegepast om de rangschikking te bepalen:

    • Als de marktwaarde van twee landen gelijk is, wordt de nationale bond die hoger staat in de toegangslijst hoger gerangschikt.
    • Als clubs hetzelfde aantal punten hebben binnen hun land voor deelname in de afgelopen vijf seizoenen (3 punten voor UCL, 2 punten voor UEL en 1 punt voor UECL), wordt de berekening seizoen per seizoen uitgebreid door de vorige seizoenen (tot maximaal nog eens vijf seizoenen) totdat een verschil wordt gevonden. Als, na toepassing van dit criterium, de clubs nog steeds gelijk zijn, wordt de club met de hogere rangschikking in het nationale kampioenschap in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.
    • Als twee clubs gelijk zijn op coëfficiënt, wordt de club met de meeste punten in het meest recente seizoen waarin de twee clubs niet dezelfde coëfficiënt hadden, hoger gerangschikt. Als clubs nog steeds gelijk zijn (bijvoorbeeld twee clubs in dezelfde bond die nooit een UEFA-competitie hebben gespeeld), wordt de club met de hogere nationale kampioenschapsrangschikking in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.
    • Als twee clubs gelijk zijn in totale rangschikkingspunten, wordt de club die hoger staat in de coëfficiëntenranglijst hoger gerangschikt.

    Niet-Europees deel

    Het niet-Europese deel wordt verdeeld in elke competitie op basis van de tienjarige UEFA-coëfficiëntenranglijst van de 36 deelnemende clubs. Deze ranglijst zal geen bonuspunten bevatten voor de titels in eerdere UEFA-clubcompetities.

    Het totale bedrag dat beschikbaar is voor het niet-Europese deel van de waardepijler wordt verdeeld in 666 aandelen (1+2+3+...+35+36). Het laagst gerangschikte team ontvangt één aandeel (bijvoorbeeld € 21.000 als het niet-Europese deel 25% is). Aan elk rangnummer wordt één aandeel toegevoegd, waarbij het hoogst gerangschikte team 36 aandelen ontvangt.

    Als twee clubs gelijk zijn qua coëfficiënt, wordt de club met de meeste punten in het meest recente seizoen waarin de twee clubs niet dezelfde coëfficiënt hadden, hoger gerangschikt. Als clubs nog steeds gelijk zijn (bijvoorbeeld twee clubs uit dezelfde bond die nooit een UEFA-competitie hebben gespeeld), wordt de club met de hogere nationale ranglijst in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.

    Schema van betalingen van het Conference League prijzengeld

    Hieronder staat het schema van de betalingen van het Conference League prijzengeld in miljoenen euro's.

    Datum Type Bedrag per team Bedrag totaal
    27-09-2024 Startpremie deel 1 3,05 110
    27-09-2024 Waardepilaar (75%) Ranglijst 43
    22-11-2024 Groepsfase deel 1 0 - 1,2 22
    17-2-2025 Groepsfase deel 2 0 - 1,2 22
    17-2-2025 Stand ranglijst Ranglijst 18
    17-2-2025 Stand bonus 0,2 - 0,4 5
    21-3-2025 Knock-out fase 0,2 3
    21-3-2025 Achtste finale 0,8 13
    16-5-2025 Kwartfinale 1,3 10
    16-5-2025 Halve finale 2,5 10
    13-6-2025 Finale 4 8
    13-6-2025 Winnaar 3 3
    13-6-2025 Waardepilaar (25%) Ranglijst 14
    1-10-2025 Startpremie deel 2 0,12 4
    1-10-2025 Restant Nog niet bekend Nog niet bekend

    Solidariteitsregeling voor niet-deelnemende clubs aan de Conference League

    De UEFA heeft een nieuwe inkomstenverdelingsstructuur geïntroduceerd voor de mannenclubcompetities, waarbij clubs die niet deelnemen aan de groepsfase van de Conference League aanzienlijk meer financiële steun ontvangen.

    Het solidariteitsfonds groeit van 4% naar 7% van de totale geraamde inkomsten, met een maximum van €308 miljoen per jaar. Dit is bijna het dubbele van de €175 miljoen per jaar die beschikbaar was in de periode 2021–2024.

    Het doel van deze regeling is om de kloof tussen grote en kleinere clubs te verkleinen en de competitieve balans binnen Europa te waarborgen. Omdat deelname aan de groepsfases van Europese toernooien vaak aanzienlijke financiële voordelen oplevert, helpt deze regeling om de impact daarvan op nationale competities te beperken.

    De fondsen zijn bedoeld om clubs te ondersteunen in het verbeteren van hun sportieve en organisatorische infrastructuur, waardoor ze sterker worden en het Europese voetbal als geheel gezonder blijft. Clubs die in aanmerking willen komen voor deze steun, moeten voldoen aan specifieke licentie-eisen van de UEFA, die stapsgewijs worden ingevoerd.

    Verdeling naar nationale bonden

    De solidariteitsmiddelen worden verdeeld in twee hoofdcategorieën: de top 5-voetballanden en alle andere landen.

    Top 5-landen

    De vijf grootste voetbalnaties – Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk – ontvangen gezamenlijk €50 miljoen per seizoen in de periode 2024–2027. Dit bedrag wordt gelijk verdeeld, wat neerkomt op €10 miljoen per land per seizoen.

    Overige landen

    De resterende 50 nationale bonden delen €258 miljoen, gebaseerd op twee criteria:

    1. Toegangslijst (70%, €180,6 miljoen)
      • Het grootste deel van de middelen wordt verdeeld op basis van de toegangsranglijst van nationale bonden.
      • De bond die onderaan eindigt (positie 50) ontvangt €1,5 miljoen, en hogere posities krijgen telkens €78.000 extra.
      • Liechtenstein is een uitzondering omdat het geen nationale competitie heeft en geen club in de Champions League vertegenwoordigt; deze bond blijft op positie 50.
      • Daarnaast krijgen landen zonder een Champions League-deelnemer een extra compensatie van €1 miljoen.
    2. Concurrentiebalans (30%, €77,4 miljoen)
      • Dit deel van het fonds is gebaseerd op de inkomsten van de best presterende club van elk land in UEFA-competities.
      • Het aandeel van een bond in deze pot hangt af van het percentage van de totale UEFA-inkomsten dat de best verdienende club bijdraagt.
      • Voorbeeld: Als een club €30 miljoen verdient, wat 4% van de totale inkomsten is, krijgt de bond 4% van €77,4 miljoen, oftewel €3,1 miljoen.

    Nationale verdeling van solidariteitsmiddelen

    De solidariteitsgelden zijn in eerste instantie bedoeld voor clubs in de hoogste divisie die niet deelnemen aan de groepsfase van Europese toernooien. Clubs die deelnemen aan kwalificatierondes of play-offs kunnen hier ook recht op hebben.

    Tweede-divisieclubs kunnen onder specifieke voorwaarden een deel van de middelen uit de toegangslijst ontvangen, maar de concurrentiebalansgelden blijven exclusief voor clubs in de hoogste divisie.

    Top 5-landen

    De grootste vijf landen hebben volledige vrijheid om een deel van hun solidariteitsfondsen door te geven aan tweede-divisieclubs. Hiervoor is instemming nodig van de clubs in de hoogste divisie via een nationale instantie.

    Overige landen

    • Bonden met een toegangslijstaandeel van €3,5 miljoen of meer mogen zelf beslissen hoeveel ze aan tweede-divisieclubs toewijzen.
    • Bonden met minder dan €3,5 miljoen mogen maximaal 15% van hun aandeel aan tweede-divisieclubs geven.
    • In beide gevallen is goedkeuring van minstens 75% van de clubs in de hoogste divisie vereist.

    Belangrijke voorwaarden:

    • De middelen die naar tweede-divisieclubs gaan, moeten gelijk verdeeld worden over de clubs die hiervoor in aanmerking komen.
    • Alleen clubs die voldoen aan de UEFA-licentiecriteria ontvangen betalingen. Als bepaalde clubs niet voldoen, wordt het bedrag naar rato verlaagd.

    Bronnen

    • Prijzengeld: UEFA
    • Solidariteitsregeling: UEFA

    Conference League prijzengeld veel gestelde vragen (FAQ)

    Wat is het prijzengeld voor deelname aan de Conference League?

    Het prijzengeld voor deelname aan de groepsfase van de Conference League is € 3,17 miljoen per club.

    Hoeveel prijzengeld krijgt de winnaar van de Conference League?

    Het prijzengeld voor de winnaar van de Conference League is € 7 miljoen.

    Wat is de totale prijzenpot van de Conference League?

    De totale prijzenpot van de Conference League is € 285 miljoen.

    Datum gepubliceerd: 18-01-2021 | Datum bijgewerkt: 18-11-2024 | Auteur:

    Reageren


    Meer reacties tonen


    Delen

    Deel dit bericht via social media met je familie, vrienden en collega's!



    Het Conference League prijzengeld is totaal € 235 miljoen. Bij deelname aan de groepsfase ontvangt iedere club € 2,94 miljoen startpremie.


    Over de auteur

    Patrick (auteur en webmaster)

    Auteur van deze content is Patrick. Ik voetbal zelf al meer dan 25 jaar en volg het dagelijkse nieuws op de voet. Mijn hobby's zijn o.a. voetballen, hardlopen en het bijhouden van diverse websites, naast mijn baan als financieel professional.

    Ik werk niet voor een gerelateerd bedrijf of instelling, waardoor de informatie betrouwbaar en onafhankelijk is. De informatie is nauwkeurig verzameld op basis van betrouwbare bronnen en wordt regelmatig geüpdatet.